1. Gegevens
- Minimum leeftijd: 10+
- Spelduur 90 minuten
- 2 tot 4 spelers
- Spelauteur: Luigi Ferrini
- Uitgeverij: Quined Games
- Illustraties: Alexandre Roche
- Taal: Engels, Frans, Duits, Nederlands
- Jaar van eerste uitgave: 2014
2. Strak, subliem en superbe
- Dit zal één van mijn langste spelbesprekingen ooit zijn op dit platform. Maar dit spel mag niet onopgemerkt blijven.
- Het moet ergens in het voorjaar van 2002 geweest zijn. Ik wandelde een spellenwinkel in het Brusselse binnen, liep voorbij de rekken en greep naar een doos. In mijn handen had ik “Battle Cry”. De doos straalde een magnetisme uit en ik voelde mij verplicht om het spel aan te schaffen. Het zou één van mijn lievelingsspellen worden en de loop van mijn ludopatisch bestaan bepalen.
“The Golden Ages” heeft voor de rest geen aanknopingspunten met “Battle Cry”. Wat wel gemeenschappelijk is, dat ik beide spelen intuïtief kocht. Geen woord vooraf, geen lovend Boardgame-artikel, geen spelgenoot die me op weg zette. Enkel de doos vastpakken en voelen, weten dit moet ik meenemen. Als gelovig mens verdenk ik op zulke moment mijn beschermengel ervan om in te grijpen. Wees gerust. Ik heb ook een persoonlijk duiveltje op mijn schouder zitten dat mij soms met een bagger-spel doet thuiskomen.
Maar niet die namiddag in 2015, ergens in het noorden van het land. Het was een speldag waar zich ook een verkoopstand bevond. Ik nam enkele dozen vast en bekeek ze. Eigenlijk had ik me voorgenomen om niets te kopen. Mijn kredietkaart was nog aan het revalideren van de recente Star Wars-FFG aankopen. Teveel getallen voor de komma. Haast onopgemerkt ging de doos door mijn handen. Het was pas een kwartier later, toen ik ergens anders in de zaal stond, dat het bericht “Koop dat spel” in mijn brein opflitste. Als een sms van een onbekend nummer, afkomstig uit hogere, mysterieuze regionen. Ik. Moest. Gehoorzamen. Ik wandelde terug naar de verkoopstand en de rest is geschiedenis. In pure, genietbare spelvorm. - “The Golden Ages” zit niet in een gigantische doos. Het ziet er een beetje uit als een luxueus boek en past in de reeks van de overige Quined-spellen waarmee je een boekenplank zou kunnen vullen. De inhoud van de doos is klassiek: bord, kaartjes, houten markeerventjes (mijn vertaling van “meeple”), blokjes en regelboek. In dit spel leidt je een beschaving doorheen 4 tijdperken van een gestroomlijnde wereldgeschiedenis. Je speelt op een kaart die gedurende het spel uitgroeit tot een hele wereld. Tijdens je beurt kan je kiezen uit acht verschillende acties. Onder andere: tegenspeler aanvallen, stad bouwen, wereldwonder oprichten, een faciliteit installeren zoals een markt of een cinema. Je kan natuurlijk ook passen. Voor sommige acties moeten je een markeerventje inzetten en andere kosten geld. Op een bepaald moment kan je geen acties meer doen omdat je geld of markeerventjes op zijn en moet je passen. Als elke speler gepast heeft, dan is de ronde voorbij. Aan dat passen zit ook nog een haakje. Als jij past en de andere spelen door, dan ontvang je 2 goudstukken telkens het jou beurt is. Mooie manier om geld te sparen terwijl de anderen zich leeg spelen. Dan kan jij de volgende ronde openen met het afsnoepen van een wereldwonder.
- Wat voor type is dit spel? Ik omschrijf het als een actie-keuze spel met een deel worker-placement gebeiteld in het thema beschaving-opbouwen. Thema en spelmotor haken op elkaar in. Thema is hier meer dan een laagje vernis. Het is tegelijk zingevend decor en steunbalk van het spel.
Er zijn verschillende manieren om punten te scoren en er is ook een heel gamma van bonussen gerelateerd aan kaartjes zoals volkeren en gebouwen. Een interessante impuls is de “geheime missie”-kaart. Het heet in het spel anders, maar het komt daarop neer. Daardoor wordt de spelwijze van de deelnemers gediversifieerd en is er geen ene zaligmakende strategie. Indirect wordt je door dit systeem geleid tot een bepaald traject. Als je “geheime missie” extra punten oplevert voor veroveringen, dan ga je sparen voor aanvallen en minder investeren in cultuur-technologie. - Luigi Ferrini is geen grote auteur, voorlopig. Ik ken geen andere spellen van hem en volgens het web is dat beperkt tot wat lokale initiatieven en samenwerkingen in zijn thuisland, Italië. Maar ik ben echt onder de indruk van zijn strak spelmotor-design. Er is geen regel en geen element teveel om de vlotte vooruitgang van het spel te hinderen. Een voorbeeld: je bouwt de wereld op met tegels. Daar staan 3 dingen op: land, water en grondstoffen. Verder niets. Uiteraard had je verschillende terreintypes kunnen gebruiken om zo het spel te verdiepen. Goed in een computergame, maar voor een bordspel moet je snoeien. Een bordspel moet mijn inziens binnen de grenzen van één avondsessie blijven. Zeg maar 2 à 3 uur, de duur van een flinke film. Luigi Ferrini blijft daar mooi binnen en dat vind ik al een prestatie op zich.
- Elke speler voert één actie uit en dan is het aan de volgende. Door deze opsplitsing is de wachttijd kort. Natuurlijk is er de valkuil van dat mensen oeverloos gaan analyseren alvorens een zet te doen. Want dit is een spel zonder dobbelstenen of roulette-wielen. De enige bedekte kaarten zijn je opeenvolgende volk-kaarten en de “geheime missies”, de rest is open en bloot. Dit spel wordt beslist door jouw grijze hersenmassa en die van je tegenstanders. Ik heb het geluk gehad om dit telkens te mogen spelen met mensen die vlot speelden en zich ook hielden aan het principe “het bord plakt”. Dus geen terugnemen van markeerventjes of bouwkaarten, om nog eens iets anders uit te proberen dat misschien meer punten opbrengt. Je zou een soort van speelklok kunnen gebruiken zoals bij schakers.
- “The Golden Ages” is een zoveelste poging in de zoektocht naar de “Heilige Graal” in bordspellenland: de kartonnen implantatie van het allerbeste PC-game, Civilization van Sid Meier. Ondertussen aan zijn vijfde versie toe en sinds drie jaar speel ik nauwelijks iets anders op de pc. Als ik op mijn Steam-account kijk hoeveel uren ik aan Civilization besteed heb, dat voel ik mij ronduit schuldig. Er hebben al veel auteurs hun tanden stuk gebeten op dit thema.
- “Civilization” van Kevin Wilson bij Fantasy Flight Games volgt het pc-game het meest nauwgezet en draagt ook dezelfde licentie. Er zitten vele aardigheidjes en details in dit spel, zoals terrein en beroemde persoonlijkheden. Ik bezit het spel, maar mijn maag draait om bij het gevecht-systeem en het grootste mankement is dat slechts één strategie de winnaarsweg is. Vergeet technologie of cultuur, beiden te lang en vergeet ook de militaire overwinning, te moeilijk. Focus je op economie en je wint gegarandeerd. Er zijn twee tot drie expansies uitgebracht om dit euvel enigszins te verhelpen.
- “Through the Ages: A Story of Civilization” van Vlaada Chvatil wordt door velen geroemd als het beste civilization-game. Ik heb het in mijn bezit gehad en verschillende malen geprobeerd. Ik heb het slechts één keer helemaal uit kunnen spelen. Zelfs de tabletversie heb ik nog een kans gegeven. Ik heb het van mijn tablet gewist en het kaartspel doorverkocht. Te veel regels van achter het hoekje. Wie mij het systeem van de “smileys” deftig kan uitleggen, krijgt van mij een bak bier. Het was altijd een gehussel van “als mijn bevolking stijgt, dan daalt mijn grondstoffen-aanbod en daardoor stijgt mijn ongeluksniveau recht evenredig”. Als het spel een aantal maanden in de kast stond, dan zat ik uren gebogen over de handleiding om uit te vissen: hoe zat dat weer precies. Een bordspel-handleiding moet glashelder zijn na een eerste lezing. En daarna nog eventjes doornemen om terug aan de slag te kunnen. Evenwel de grootste belemmering is de tijdsduur. Meer dan één avond nodig voor een kaartspel? Niet op mijn speltafel.
- De grootste hindernis van de omzetting van “Civilization” van pc naar bordspel is dat men er teveel wilt insteken. Het pc-spel brengt ontzaglijk veel aan bod. Een gemiddelde sessie op de pc duurt dan ook 8 tot 12 uur. Ik speel een poos, sla op en ga de volgende dag verder. Geen haalbare kaart voor een bordspel.
- “Rise of Empires” en “Tempus” waren twee verdienstelijke pogingen van Martin Wallace. Twee spellen die niet uit mijn collectie zullen verdwijnen. ”Tempus” schenkt net iets te weinig van dat gevoel “ik bouw een beschaving” en leunt dichter bij een klassiek meerder-hedenspel. “Rise of Empires” had één grote tekortkoming inzake strategie. Je moest je concentreren op de gevechten op de wereldkaart; het ontwikkelen van technologieën bracht uiteindelijk veel minder op. Zelf hebben we dat opgevangen met de huisregel dat de steden in de eindronde dubbel tellen. Als je een spel echter moet oplappen met een huisregel dan grijp je naast de oscar-nominatie.
- Voor mij is één van de beste civilization-spellen “Clash of Cultures” van Christian Marcussen. Maar voor dat spel moet je toch rekenen op 4 tot 6 uur en het is thematisch beperkt tot de oudheid. Daarentegen een hele sterk prestatie inzake inbreng, interactie en keuzemogelijkheden.
- “The Golden Ages” steekt “Clash of Cultures” op twee punten voorbij: speelduur, The Golden Ages is aanmerkelijk sneller en historisch bereik, “The Goldens Ages” start in de oudheid en eindigt duidelijk in de nabije toekomst. “Clash of Cultures” geeft wel toch wel meer dat epische gevoel geeft van “Mijn naam staat in de geschiedenisboeken”. “The Golden Ages” is een afgetekend euro-game, terwijl “Clash of Cultures” niet misplaatst is in de Ameri-trash-kast.
Welke van de twee spellen draagt mijn voorkeur weg? Als ik een halve dag heb, dan zet ik “Clash of Cultures” op tafel. Met minder tijd wordt het “The Golden Ages”.
- Ik kan niet wachten om dit spel opnieuw te spelen. Het steekt elke keer in mijn tas als ik naar een spelgroep vertrek, in de hoop dat ik het op tafel kan zetten. Het is niet direct een instap-spel, eerder iets voor de connaisseur. De mensen waar mee ik het gespeeld heb, hebben een lange uitleg vooraf gekregen, maar voelde instinctief aan hoe ze het spel moesten spelen. Het waren overigens allemaal bordspel-veteranen. Hun unaniem positief oordeel is van grote betekenis voor mij.
- Er zijn geen regels out of the blue bij. Het enige afwijkende waar je echt rekening mee moet houden, is dat de eindronde veel sneller eindigt dan de voorgaande. In de eerste drie rondes kunnen de niet-passende deelnemers doorspelen zolang ze willen. In de eindronde hebben alle overige spelers nog exact 1 beurt als iemand past. Dat kan slinks aankomen. In een groep hebben we daarover zelfs flink gediscussieerd. Maar de auteur heeft daarover een duidelijk standpunt op Boardgamegeek. Het lag in zijn bedoeling om het spel in de tijd te beperken enerzijds en anderzijds kunnen sommige kaarten in de vierde ronde in een oneindige punten-lus verzeilen als ze niet beperkt worden in tijd.
- Wat is er nu zo goed in dit spel? Ik zoek naar de juiste woorden.
- Ik hou van dit spel omdat het zo strak is. Geen onnodige liflafjes, geen regels waarover je struikelt. Een soepel, aerodynamisch design dat onnodige intellectuele fractie vermijdt.
- Strak ook in die zin dat de regelboek bondig, duidelijk maar bovenal adequaat is. Het enige mistpuntje was het leggen van de terreintegels. Mogen gelegde terreintegels met volle rechte landzijde grenzen aan een volle rechte zeezijde op de kaart? Na bedachtzame lezing van de regels in verschillende talen en de voorbeeldfoto’s is het antwoord eenduidig: ja, maar het mag niet met tegels onderling. De regelboek beslaat slechts 6 pagina’s. Reken daarbij nog de overzichtspagina’s voor de kaarten en je komt op 8 pagina’s. Dat had voor mij wel in iets grotere druk gemogen en daarbij kom ik aan één van de twee minpunten die ik bij dit spel kan opmerken.
- Strak ook in die betekenis dat je in één spel niet alles kan verwezenlijken. Je zal nooit alle technologieën kunnen ontwikkelen. Je zal moeten kiezen in functie van je andere kaarten. Bijvoorbeeld wie militair wil scoren zal vooral zijn mobiliteit moeten ontwikkelen.
Het spel waaraan dit me doet denken is “Endeavour” van Carl De Visser en Jarret Gray uit 2008, White Goblin Games. Ook een historisch spel, maar dan toegespitst op de periode van de grote ontdekkingsreizen. Ook met een gereduceerd spelsysteem waarbij alles vereenvoudigd en gestroomlijnd is en ook een spel dat beslist wordt door keuzes en niet door dobbelsteenworpen of kaarten. Deel me niet bij de random-factor-haters. Ik lust best een portie dobbelstenen en kaartjes en eigenlijk apprecieer. Het hoeft niet altijd een breinbreker te zijn.
- Ik hou van dit spel omdat het zoveel variatie biedt. Tijdens je beurt kan je kiezen uit liefst acht verschillende acties: exploratie, bouwen, kunstwerk creëren, aanvallen, wonderwerken oprichten, gebouwen activeren, technologieën ontwikkelen of een gouden eeuw starten ( = passen). Elke actie levert wel punten op. En wat misschien nu direct minder punten oplevert kan in combinatie met iets anders in een volgende beurt nog veel meer punten opleveren. Elke fase draaien je hersens op volle toeren. Wat is een goede actie? Maar wat is nog beter. De variatie zit hem ook in de opstelling van het spel. De wereldkaart ziet er telkens anders uit. Doordat je elke spel een andere set van 4 volkeren krijgt, zal elk spel anders zijn. Daarbij zullen telkens andere “oordeel van de geschiedenis” kaarten voorhanden zijn. Dan maak je elk spel nog kans op één van de negen “toekomstige technologie kaarten”, wat eigenlijk je “geheime missie” is.
- Dit spel blinkt uit in sublimatie. Geen enkel element is op zich baanbrekend. Geen enkele regel heeft recht op een afzonderlijk innovatie-prijs. Daarentegen presteert het gestroomlijnde geheel vlekkeloos en verfrissend.
- En wat tilt dit spel dan tot op het niveau van het superbe? Het feit dat ik met mateloos verlangen uitkijk naar de volgende sessie. Mijn kind-ik zou me morgen ziek melden en dan mijn vriendenlijst afbellen om voldoende medespelers op te trommelen. Nog een andere indicator: na het lezen van de regels ben ik direct aan de slag gegaan om een Nederlandstalig speloverzicht te maken. Niets kon mijn enthousiasme stoppen.
- Het enige tweede minpunt is de lay-out. De tekeningen zijn middeleeuwse aandoende, naïeve fletse voorstellingen. Qua looks wint het doorsnee Fantasy Flight Games-spel hiervan met de vingers in de neus. Nochtans na een aantal keren spelen geraak ik gewend aan de droge, functionele stijl. En nu treft mij het besef dat ik voor het eerst in mijn ludopathische bestaan, de vormgeving aanvaard omdat de inhoud zo overtuigend is.
- Grazie mille, signore Ferrini, il vostro lavoro mi ha fatto felice.(*)
3. Koopadvies
Koop dit spel als jij…
- houdt van een intellectuele uitdaging met telkens nieuwe variabelen,
- op zoek bent naar een beschavingsopbouw-spel dat afklokt binnen de 120 minuten ,
- een rasecht Eurogame wenst dat toch door zindert in zijn thema.
Laat dit spel liggen als je …
- prachtige illustraties verwacht,
- niet van kleine lettertypes houdt,
- al hoofdpijn krijgt van de hoeveelheid van tactische keuzemogelijkheden bij een potje Yahtzee.
4. Speloordeel
- Materiaal: 7/10
- Spelmotor: 9,5/10
- Handleiding: 9/10
- Spelplezier: 19,5/20
- TOTAAL: 90 %